Oh My World: Kijk op een duurzame toekomst

Een persoonlijke column van Cor

 

Trouw lees ik ieder dag mijn krant, de Trouw; een krant met veel aandacht voor duurzaamheid. Laat ik als voorbeeld eens het artikel Leven met genoeg van Ester Bijlo, verschenen in de krant van maandag 17 oktober 2022, nemen.  Kijkend naar deze titel dringt zich de vraag op wat hier bedoeld wordt met ‘genoeg’. Kort gezegd komt het erop neer dat onze aarde, onze woonplek, grenzen stelt aan wat de mens kan gebruiken, kan consumeren. Je kunt daarbij denken aan grenzen wat betreft beschikbare grondstoffen en materialen, maar ook aan vervuiling en vernietiging en de invloed daarvan op de omgeving waarin wij leven, onze leefomgeving.

Maar ‘genoeg’ zoals hierboven bedoeld is meer dan dat. Het heeft ook een aspect van verdeling en doorleefde rechtvaardigheid in zich. Hoe verdelen we de veronderstelde begrensde hoeveelheden aan grondstoffen en materialen tussen alle mensen op aarde op een eerlijke manier? En welke invloed op de leefomgeving kan de aarde daarbij dragen, voor mensen, dieren en planten, wereldwijd en lokaal?

Als we dit dieper tot ons laten doordringen vormt zich een beeld. Op aarde leven miljarden mensen in totaal verschillende omstandigheden. Een relatief klein deel leeft in welvaart, een groter deel in (relatieve) armoede. Deze welvaart, of een gebrek eraan, heeft alles te maken met het hebben van toegang tot grondstoffen en materialen. Economisch rijke landen hebben deze toegang al eeuwen geleden goed voor zichzelf georganiseerd. Je zou kunnen beweren dat als gevolg hiervan de inwoners van deze landen al decennialang ver boven hun stand leven. Dit zeker als we bedenken dat de keerzijde hiervan is dat de rest zich veelal tevreden moet stellen met een aanzienlijk lager welvaartsniveau. Kijken we naar vervuiling en vernietiging en de invloed daarvan op de leefomgeving, is de relatie vaak omgekeerd. Rijke landen hebben de mogelijkheid om hieraan te ontsnappen, dit vaak ten koste van de economisch minder bedeelde landen.

In beginsel kunnen we hier op twee manieren op reageren. We kunnen het rijke welvaartsniveau in vooral de westerse wereld als het referentieniveau nemen. Landen die nog niet zover zijn, moeten op dit niveau gebracht worden.  Vraag hierbij is of wat de aarde herbergt aan grondstoffen en materialen hiervoor toereikend is. En, als dat het geval is, wat de gevolgen zijn van het winnen van deze grondstoffen en materialen voor de leefbaarheid van de planeet, voor mensen, flora en fauna. Als we minimaal een van deze twee vragen ontkennend beantwoorden ontstaat een geheel andere situatie. Daarin is de redenering als volgt: om te voorkomen dat onherstelbare schade wordt aangebracht aan de leefbaarheid van de aarde, zijn de hoeveelheden grondstoffen en materialen die we mogen gebruiken begrensd. Trekken we deze lijn door, dan is de constatering dat we in de rijke landen (ver) boven deze grens zitten, terwijl de andere landen daar (ver) onder blijven. Vanuit een verondersteld gevoel van rechtvaardigheid schreeuwt dit om herverdeling waarbij de inwoners van de rijke landen een stap terug doen (in consumeren, ze gaan dan dus wat wordt genoemd ‘consuminderen’) om daarmee de inwoners van de arme(re) landen in staat te stellen hun welvaartsniveau te vergroten.

Deze wijze van redeneren spreekt een selectieve groep mensen enorm aan. Deze groep is van groot belang (gebleken) voor het laten doordringen van de ongemakkelijke boodschap dat we niet het milieu ‘als iets dat buiten ons om bestaat’ schade toe brengen, maar dat we bezig zijn om onze eigen leefomgeving, en daarmee onszelf, te laten instorten. Om van hieruit een weg naar voren te vinden hebben we echter links of rechts om de grote groep van mensen nodig die hecht aan ons huidig welvaartsniveau. Veel mensen voelen zich hierop bedreigd, een gevoel dat sinds de oorlog in Oekraïne alleen maar is toegenomen. Hierover heeft Trouw columnist Rob de Wijk zich uitgelaten in zijn column Europa wil meer autonomie. Hoe dan? die verscheen in de krant van vrijdag 29 december 2022. Daarin begint De Wijk met de constatering dat we ‘in 2022 hardhandig werden wakker geschud uit onze strategische winterslaap’. Met ‘we’ en ‘onze’ refereert hij daarbij aan het rijke Europa. Verderop in zijn column schetst hij vervolgens meerdere dilemma’s die in veel gevallen een uitdrukkelijke link hebben met duurzaamheid:

  • In 2022 is ons gevoel van veiligheid behoorlijk onder druk komen te staan. Dit noopt ons tot investeren in defensie. Dus industrialisatie
  • De afgelopen jaren hebben ons geleerd dat we kwetsbaar zijn als het gaat om onze afhankelijkheid van grondstoffen en materialen die van ver komen. We moeten met andere woorden zelf weer aan de slag. Ook hier dus investeren in industrialisatie.
  • In het verlengde daarvan: we wisselen onze afhankelijkheid van landen waarvan we ons gas en onze olie betrekken in voor een afhankelijkheid van landen voor diverse vormen van duurzame energie
  • Duurzame landbouw brengt ons veel goeds, maar zal er mogelijk ook toe leiden dat de opbrengsten tot 20% kunnen afnemen.

Er ligt met andere woorden een enorme opgave voor ons. Daarin moeten we recht doen aan de wens van velen om minimaal ons huidig welvaartsniveau in stand te houden. Dit kan niet los worden gezien van de uitdrukkelijke wens om onze veiligheid veilig te stellen, onze afhankelijkheden te verminderen en onze omgeving en planeet leefbaar te houden. Ga er maar aan staan, fatalisme en hopeloosheid liggen op de loer. Om dat laatste te voorkomen bouwen we samen met jou aan Oh My World, jouw gids in duurzaamheid.